Champagnedruiven
De druiven waarmee men champagne maakt zijn speciaal geselecteerd op hun aanpassingsvermogen aan het champagneterroir. De speciale druivenvariëteiten zijn bepaald in de Franse wet van 22 juli 1927. De meeste champagnes worden door deze wet gemaakt uit de druivensoorten: pinot noir, pinot meunier en chardonnay. De twee pinots zijn blauwe druiven en de chardonnay is een witte druif. Volgens de wet mogen champagneboeren ook de druiven arbanne, petite meslier, pinot blanc en pinot gris gebruiken om champagne te maken. Maar deze druivensporten vertegenwoordigen maar 0,3 % van de totale aangeplante druivenstokken in de Champagnestreek. Als men het aantal aangeplante druivenstokken per druivensoorten bekijkt in de Champagnestreek is 38 % van de druivenstokken pinot noir, 35 % pinot meunier, 26,7 % chardonnay en 0,3 % andere toegelaten druivensoorten. Als men deze waarden bekijkt op het vlak van grand- en premier cru-wijngaarden is 45 % van deze wijngaarden beplant met 45%, chardonnay, 36% pinot noir en 19% pinot meunier.
Bronnen:
http://www.bubblelounge.com/new-york/champagne-facts/
http://www.champagne.fr/assets/files/brochure%20champagne/Champagne_nederland.pdf http://www.champagne.fr/en/homepage
Champagne (Gert Crum)
