top of page

Geschiedenis 

De oorsprong van de term ‘champagne’ situeert zich in de abdij van Hautvillers. Dit is één van de oudste Benedictijner abdijen van de wereld. De abdij is gesitueerd in de vallei van de Marne, op 150 kilometer van Parijs en dichtbij de kathedraal van Reims.

Tot 1500 waren de wijnen allemaal zonder bubbels. Ze werden ook meer gekocht dan de wijnen van Bourgogne omdat het transport van de wijnen via de Marne naar Parijs veel makkelijker verliep.

Eind 15de  eeuw en begin 16de  eeuw begonnen de temperaturen te dalen in Europa, wat een grote schokgolf door de wijnindustrie stuurde. Grote hoeveelheden water zoals de Thames River en de kanalen van Venetië bevroren. Bij wijn maken wordt gist toegevoegd aan het druivensap om suiker om te zetten naar alcohol, dit proces gebeurt bij iets hogere temperaturen. Door de temperatuurdaling stopte het gistingsproces.

Op het moment dat de lente aanbrak en dus de temperatuur steeg, begon de gisting opnieuw maar dit gebeurde in de flessen of containers waar het sap in gebotteld werd. De tweede fermentatie vormde CO2 dat in de flessen vast kwam te zitten en zo oploste in het sap. De champagne was geboren! Dit werd toen niet geapprecieerd door de kerk waardoor de champagnewijnen, die destijds nog stille wijnen waren, hun strijd met de wijnen van de bourgogne verloor. De wijnproductie in de champagnestreek ondervond zware tijden.

In 1668 werd door de kerk een 29 jarige monnik, genaamd Dom Pierre Pérignon aangeduid om de wijnen van de champagnestreek terug in hun oorspronkelijke staat, dus zonder bubbels, te herstellen. Na een tijd werd Dom Pierre Pérignon aangeduid als keldermeester van de abdij van Hautvillers en hij slaagde erin om de bubbelvorming te reduceren. Terwijl Dom Pierre Pérignon bezig was met het ontbubbelen van de abdijwijnen begon de smaak van de Franse wijndrinkers te veranderen en werd mousserende wijn in de mode bij de hoge stand.

In England ontstond er een decadente maatschappij met fans van de mousserende wijnen onder het toezicht van Charles II. Eigenlijk bestond mousserende wijn al in England  2 tot 3 eeuwen voor het in de champagnestreek werd geproduceerd.

In december 1662 diende een Engelsman genaamd Christopher Merret een papier in bij de ‘Royal Society of London’ met informatie over het maken van mousserende wijn. Merret ontdekte dat wanneer je suiker toevoegt aan de wijnen van de champagnestreek het alcoholpercentage stijgt. Merrit voegde dus moedwillig een dosis suiker toe aan de wijnen voor botteling waardoor het alcoholpercentage steeg en de wijn een mousserende wijn werd.

In Frankrijk begonnen de leden van de ‘Royal Court’ in Versaille onder leiding van Louis XIV mousserende wijnen te appreciëren. Op het einde van de 17de eeuw werd aan Dom Pierre Pérignon gevraagd om de bubbelvorming in de champagnewijnen te vergroten. De eerste keer dat hij de mousserende wijn dronk, zei hij tegen de andere monniken: ‘ Kom snel, ik drink sterren’. Hierna begon hij te zoeken naar betere methoden om de bubbelvorming te vergroten. Die methoden  hebben geleid tot de methoden die nu nog steeds worden gebruikt om champagne te maken.

Dom Pierre Pérignon ontwikkelde ook een speciale kurk die de houten stopsels verving. Hij werd hiervoor geïnspireerd door Spaanse monniken die kurkenstoppers gebruikten op hun waterflessen. Deze kurk zorgde dat er minder CO2 ontsnapte uit de fles. Dit leidde tot een nieuw groot probleem: de gebruikte flessen ontploften omdat ze de hoge druk niet aankonden. De Franse glastechnologie  was op dat moment niet goed genoeg om de hoge druk te weerstaan die de CO2 meebracht in de fles. De helft van de flessen ontplofte tijdens de tweede fermentatie. Dit probleem deed zich ook voor in Engeland maar hier ontwikkelde de glastechnologie zich veel sneller waardoor er toch flessen konden worden geblazen die de hoge druk konden weerstaan.

Nadat Dom Pierre Pérignon die technologie voor de sterkere champagneflessen invoerde, vond hij de ‘blending’ technologie uit. Hierbij worden verschillende basiswijnen van verschillende wijnrassen, wijngaarden en wijnjaren met elkaar gemengd.

Dom Pierre Pérignon vond ook een nieuwe technologie om rode druiven te persen en er wit druivensap uit te krijgen en nieuwe methodes om de wijnen te filteren.

In 1715 overleed Dom Pierre Pérignon en een aantal jaar later wisten koning Louis XV en koning Louis XIV dat de wijnindustrie en dus ook de champagneindustrie zeer belangrijk waren voor Frankrijk en gaven Reims in 1728 de exclusiviteit om te handelen in champagne.

Bronnen: 

http://plusmagazine.knack.be/vrijetijd/belgie-kan-een-groot-wijnland-worden/article-normal-656481.html

http://www.wijnkanaal.be/?p=wijnblog_detail&id=180

https://en.wikipedia.org/wiki/Effects_of_climate_change_on_wine_production

http://www.chambres-hotes.fr/chambres-hotes_le-clos-des-armoiries_hautvillers_h665523_nl.htm

https://nl.wikipedia.org/wiki/Lodewijk_XIV_van_Frankrijk

http://sibaritis.blogspot.be

bottom of page